Advies of afspraak?
Bel 071-8885905 of mail ons

telefoon icoon email icoon

search

Bestuurdersaansprakelijkheid

query_builder Leestijd 13 min

Elke rechtspersoon heeft een bestuurder. Zo’n bestuurder wordt ook wel statutair directeur genoemd. Een bestuurder moet handelen in het belang van de onderneming. Als de bestuurder dit niet of niet correct doet, loopt hij het risico op bestuurdersaansprakelijkheid. In dit artikel worden de verschillende facetten van bestuurdersaansprakelijkheid behandeld.

Wanneer kan je aangemerkt worden als bestuurder?
De formele bestuurder
Men is bestuurder, als men officieel is benoemd als bestuurder. Iemand kan ook formele bestuurder zijn als de persoon in kwestie zich heeft laten inschrijven in het handelsregister, maar zich niet bemoeit met de feitelijke gang van zaken in de onderneming. Het feit dat een bestuurder ingeschreven staat in het handelsregister van de Kamer van Koophandel betekent dus niet zonder meer dat iemand een statutair directeur is. Het maakt niet uit welke functie de bestuurder uitoefent. Het is van belang om te weten of je bestuurder bent omdat, als het bedrijf failliet gaat, de bestuurder aansprakelijk gesteld kan worden.

De feitelijke bestuurder
Zelfs als men niet officieel bestuurder is, kan de persoon in kwestie toch aansprakelijk gesteld worden. Dit kan als de persoon in de praktijk (mede) het beleid bepaalt van de onderneming. Deze persoon gedraagt zich dan als een bestuurder, maar is dat officieel niet. Zo’n bestuurder wordt ook wel feitelijke bestuurder genoemd. Een ander woord hiervoor wordt ook wel medebeleidsbepaler genoemd.

De oude en de nieuwe bestuurder
Als iemand bestuurder is geweest, kan diegene aansprakelijk worden gesteld voor de (belasting)schulden die zijn ontstaan in de tijd dat die persoon nog bestuurder was.

Als nieuwe bestuurder kan de persoon in kwestie ook aansprakelijk worden gesteld voor schulden die zijn ontstaan toen diegene nog geen bestuurder was. In dat geval kan de persoon zijn aansprakelijkheid wel vrij makkelijk weerleggen, als de persoon zich tot zijn aantreden als bestuurder niet heeft bemoeid met het besturen van de onderneming.

De vereffenaar
De vereffenaar van een onderneming is degene die zorgt voor het afwikkelen van de lopende zaken en het verdelen van het vermogen als een onderneming is ontbonden. Ook de vereffenaar kan aansprakelijk wordt gesteld, tenzij hij door de rechter is aangesteld. Echter kan dit alleen als hij zich ernstig onbehoorlijk heeft gedragen.

Voor wie geldt de bestuurdersaansprakelijkheid?
De bestuurdersaansprakelijkheid geldt voor bestuurders van commerciële ondernemingen die een rechtspersoon zijn, volledig rechtsbevoegd zijn en die vallen onder de vennootschapsbelasting.

De bestuurdersaansprakelijkheid geldt ook voor bestuurders van bepaalde verenigingen. Het gaat dan om verenigingen die volledig rechtsbevoegd zijn en die onder de vennootschapsbelasting vallen. De volgende verenigingen voldoen in ieder geval aan deze voorwaarden:

  • Verenigingen op coöperatieve grondslag;
  • Onderlinge verzekeringsmaatschappijen;
  • Verenigingen die op onderlinge grondslag als verzekering of kredietinstelling optreden.

 

Verder geldt de bestuurdersaansprakelijkheid voor bestuurders van stichtingen die onder de vennootschapsbelasting vallen. Als de bestuurder van een onderneming een andere onderneming is, kunnen de bestuurders van die onderneming ook aansprakelijk worden gesteld, zoals bij moeder- en dochterondernemingen. In de praktijk gaat het vooral om bestuurders van naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen.

Ook buitenlandse rechtspersonen kunnen te maken krijgen met bestuurdersaansprakelijkheid. Dit is het geval als de onderneming volledig rechtsbevoegd is en in Nederland onder de vennootschapsbelasting valt.

Elk van deze bestuurder kan aansprakelijk worden gesteld als zijn onderneming de belastingen en de premies niet kan betalen. Wees gerust, als bestuurder ben je niet zomaar aansprakelijk. Als bestuurder moet je kennelijk onbehoorlijk bestuurd hebben om aansprakelijk gesteld te worden. Bestuurders zijn overigens gezamenlijk verantwoordelijk voor het beleid binnen de onderneming; zij kunnen namelijk ieder voor zich aansprakelijk worden gesteld als door dat beleid belastingen en premies onbetaald blijven.

Kunnen de belastingen en premies niet betaald worden, dan moet dit aan de belastingdienst gemeld worden. Gebeurt dit (op tijd), dan zijn de bestuurders niet aansprakelijk. Als dit echter niet op tijd gebeurt, dán zijn de bestuurders wel aansprakelijk. Ieder bestuurder kan een melding maken van betalingsonmacht. De melding moet rechtsgeldig zijn. Dit is het geval wanneer de melding schriftelijk is ingediend vóór een bepaalde tijd, de soort belasting en/of premies worden vermeld, het tijdvak van de aangiften en aanslagen vermeld zijn en dat de omstandigheden waardoor er niet betaald kan worden vermeld zijn.

Voor wie geldt de bestuurdersaansprakelijkheid niet?
De bestuurdersaansprakelijkheid geldt niet voor ondernemers in bijvoorbeeld een eenmanszaak, een vennootschap onder firma (vof) of een (commanditaire) maatschap. Deze ondernemers zijn immers al persoonlijk aansprakelijk voor het betalen voor de belastingen en de premies. De bestuurdersaansprakelijkheid geldt ook niet voor bestuurders van stichtingen of verenigingen zonder commerciële activiteiten.

Interne bestuurdersaansprakelijkheid
In de wet is bepaald dat elke bestuurder tegenover de rechtspersoon is gehouden tot een behoorlijke vulling van de aan hem opgelegde taak. Een bestuurder overtreedt deze wetsbepaling bij ernstig verwijtbaar onbehoorlijke taakvervulling. Is dit het geval, dan is de bestuurder persoonlijk aansprakelijk. Bij het vaststellen van onbehoorlijke taakvervulling kijkt de rechter onder andere naar de aard van de door de rechtspersoon uitgeoefende activiteiten en andere in aanmerking te nemen factoren. Handelingen in strijd met wettelijke, statutaire of andere regels die de rechtspersoon beoogt te beschermen, zullen in zijn algemeenheid onbehoorlijke taakvervulling opleveren.

In de volgende gevallen kan sprake zijn van onbehoorlijke taakvervulling:

  • Het onttrekken van middelen aan de rechtspersoon, bijvoorbeeld door daar over te beschikken als ware het privévermogen;
  • Het vermengen van privézaken van de rechtspersoon, het aandoen van concurrentie aan de vennootschap en met name het ondergeschikt maken van het vennootschapsbelang aan privébelangen of belangen van anderen;
  • Het onbevoegd verbinden van de rechtspersoon aan derden;
  • Het nemen van onnodig grote financiële risico’s, het nemen van beslissingen met verregaande financiële consequenties zonder behoorlijke voorbereiding en het aangaan van transacties die de financiële spankracht van de rechtspersoon aanmerkelijk te buiten gaan, bijvoorbeeld door onverantwoordelijke hoofdelijke aansprakelijkheidsstellingen;
  • Het niet voorkomen of tegengaan van onderkapitalisatie of van een slechte “debt quity ratio” en het verwaarlozen van de kredietbewaking;
  • Het niet afsluiten van de gebruikelijke verzekeringen.

Wanneer een bestuurder zijn taken onbehoorlijk vervult, zijn alle bestuurders in principe persoonlijk aansprakelijk. Maar, hier bestaat een uitzondering op wanneer er sprake is van een zogenaamd ‘meerhoofdig’ bestuur. Dit houdt in dat de taken van elke bestuurder in zo’n mate afgescheiden zijn van elkaar, dat de andere bestuurders niet meer aansprakelijk kunnen worden gesteld voor de handelingen van de bestuurder die de fout heeft gemaakt. Wel moet dit achteraf bewezen kunnen worden, dus beroep op deze uitzondering is alleen mogelijk wanneer dit schriftelijk is afgesproken.

Volgens een procedure welke gebaseerd is op het Burgerlijk Wetboek, vereist geen besluit van de rechtspersoon tot aansprakelijkstelling. De vordering is ontvankelijk indien deze is ingesteld door iemand die bevoegd is de rechtspersoon in rechte te vertegenwoordigen.

In het Burgerlijk Wetboek is vastgelegd dat hij die ten aanzien van iemand anders een onrechtmatige daad pleegt, welke hem kan worden toegerekend, verplicht is de schade die de ander lijdt, te vergoeden. Dit artikel is heel breed toepasbaar; er hoeft geen sprake te zijn van enige functionele of contractuele relatie. Daar staat wel tegenover dat het in het algemeen niet eenvoudig is te bewijzen dat er sprake is van een onrechtmatige daad.

Een benadeelde crediteur, die geen contractspartij is, kan dus toch proberen de actie uit het Burgerlijk Wetboek te combineren met een actie uit onrechtmatige daad. Dit kan alleen indien de wanprestatie van de betrokken bestuurder was gericht op benadeling van de derde, hetgeen bijvoorbeeld in het geval is als de bestuurder een lening afsluit terwijl hij weet dat de rechtspersoon haar verplichtingen niet na kan komen gezien de vervelende financiële situatie waarin de rechtspersoon zich bevindt.

Een manier om de aansprakelijke bestuurder ter verantwoording te roepen en ervoor te zorgen dat hij betaalt voor de schade is door het leggen van conservatoir – of executoriaal derdenbeslag onder die bestuurder. Zo’n beslag kan al voorafgaan aan de procedure worden gelegd, bijvoorbeeld als de schuldeiser vreest dat de rechtspersoon als gevolg van het onbehoorlijke bestuur onvoldoende verhaal zal bieden.

Na het leggen van zo’n beslag zal de bestuurder onder andere moeten verklaren of hij al dan niet iets aan de rechtspersoon verschuldigd is of zal worden. Als een conservatoir beslag zal de bestuurder zijn aansprakelijkheid natuurlijk ontkennen, en zal hij verklaren niets verschuldigd te zijn. In zo’n geval moet een procedure worden gevoerd over de vraag of de bestuurder iets aan de vennootschap verschuldigd is uit hoofde van zijn onbehoorlijke taakvervulling.

Externe bestuurdersaansprakelijkheid
Wanneer er sprake is van externe aansprakelijkheid, is de bestuurder aansprakelijk ten aanzien van derden voor schade die zij lijden als gevolg van het handelen van de bestuurder. Er zijn twee manieren om de handelende bestuurder persoonlijk aan te spreken voor zijn handelen ten opzichte van derden, namelijk:

  • Doorbraak;
  • Oneigenlijke doorbraak.

Doorbraak
Van doorbraak is sprake als de rechtspersoon (veelal B.V. door de bestuurder wordt misbruikt, puur alleen om persoonlijke aansprakelijkheid te voorkomen. De schuldeisers worden daardoor benadeeld als de rechtspersoon de schade niet kan betalen en de door de schuldeisers geleverde prestatie ten goede komt aan de handelende persoon/bestuurder. Het Burgerlijk Wetboek omvat een bepaling die “dwars door de rechtspersoon heen kijkt” en de handelende persoon identificeert, ofwel gelijkstelt met de rechtspersoon. Dit noemen we de doorbraak.

Oneigenlijke doorbraak
Van oneigenlijke doorbraak is sprake wanneer de handelende persoon/bestuurder verantwoordelijk is voor het niet nakomen van de verplichtingen van de rechtspersoon. Dit wordt de handelende bestuurder aangerekend als een onrechtmatige daad.

Een bestuurder die persoonlijk aansprakelijk wordt gesteld voor geleden schade komt niet vaak voor. Er worden hier namelijk hoge eisen aan gesteld. De bestuurder die aansprakelijk is gesteld moet zich hebben misdragen en onzorgvuldig hebben gehandeld. De feiten en omstandigheden van het geval zijn altijd doorslaggevend. Er zal bijvoorbeeld moeten worden aangetoond dat de bestuurder handelde in strijd met de zorgvuldigheid die hij persoonlijk ten aanzien van een derde in acht behoort te nemen.

In sommige gevallen geeft de wet een vermoeden van aansprakelijkheid. In het geval van faillissement is bepaald dat alle bestuurders voor de boedel aansprakelijk zijn voor het bedrag van de schulden, indien het bestuur zijn taak onbehoorlijk heeft vervuld en het duidelijk is dat dit een belangrijke oorzaak is van het faillissement. De wet vermoedt dat er sprake is van zo’n onbehoorlijke taakvervulling als er geen boekhouding is bijgehouden of als de jaarrekening niet tijdig is gepubliceerd. In deze gevallen wordt de bewijslast omgedraaid: de bestuurder is aansprakelijk, tenzij hij kan bewijzen dat het niet zo is.

Functionarissen van de rechtspersonen kunnen op grond van onrechtmatige daad ook aansprakelijk zijn. Hieronder vallen bijvoorbeeld het aangaan van slordige schulden in naam van de rechtspersoon, het ten onrechte kredietwaardigheid van de rechtspersoon voorwenden of betaling van schuldeisers belemmeren, verhinderen of welbewust zonder geldig reden weigeren. Jurisprudentie wijst uit dat deze persoonlijke aansprakelijkheid alleen intreedt indien de functionaris bij het aangaan van de schuld al weet of redelijkerwijs behoort te begrijpen, dat de rechtspersoon niet voorzienbare schade die de schuldeiser ten gevolge van die wanprestatie zal leiden.

Om welke belastingen en premies kan het gaan?
De bestuurder kan aansprakelijk worden gesteld als de onderneming de belastingen en de premies niet kan betalen en dat niet tijdig heeft gemeld. Het gaat daarbij om:

  • Loonbelasting, premies volksverzekeringen, premies werknemersverzekeringen en de ingehouden inkomstenafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet, samen de ‘loonheffingen’ genoemd;
  • Omzetbelasting;
  • Accijns;
  • Verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van pruim en snuiftabak;
  • Belastingen op milieugrondslag;
  • Kansspelbelasting;
  • Premies bedrijfspensioenfonds (deze betaalt men aan het bedrijfspensioenfonds)

De bestuurder kan ook aansprakelijk worden gesteld voor eventuele boetes, kosten en invorderingsrente in verband met een aanslag. Deze aansprakelijkheid kan wel worden voorkomen door dit op tijd te melden.

Actio Pauliana
De schuldenaar is in principe vrij om over zijn vermogen te beschikken, maar de vrijheid mag niet misbruikt worden. De schuldenaar mag zijn vermogen dan ook niet ten nadele van zijn schuldeisers verzwakken. Indien dit toch gebeurt, kan Actio Pauliana van toepassing zijn. Dit is een middel om een door een schuldenaar gemaakte afspraak te vernietigen die tot gevolg hebben dat de schuldeisers in hun verhaalsmogelijkheden worden benadeeld. De Actio Pauliana heeft het doel om het verhaalsrecht van de schuldeisers te beschermen.

Ketenaansprakelijkheid
Als de onderneming werk uitbesteedt aan een onderaannemer, valt de onderneming onder de regeling voor ketenaansprakelijkheid. Dit houdt in dat de onderneming aansprakelijk is voor de niet-betaalde loonheffingen die een onderaannemer moet betalen in verband met het aangenomen werk. Als de onderneming haar aansprakelijkheidsschuld niet kan betalen, is de bestuurder ook aansprakelijk voor de belastingschulden van de onderaannemer. De bestuurder is dus aansprakelijk voor de eigen belastingschuld van de onderneming en voor de aansprakelijkheidsschuld van de eigen onderneming.

De aansprakelijkstelling
Van (wettelijke) aansprakelijkheid spreekt men als een onrechtmatige daad of wanprestatie aan een persoon of bedrijf kan worden toegerekend. In dat geval is die persoon aansprakelijk om de schade die is ontstaan te vergoeden.

Als de bestuurder van een onderneming aansprakelijk wordt gesteld, moet de persoon in kwestie ervoor zorgen dat de schuld volledig wordt betaald. Dit kan er namelijk voor zorgen dat deze persoon het bedrag uit zijn of haar privévermogen moet betalen.

De belastingen, zoals hierboven genoemd, waarvoor iemand aansprakelijk gesteld kan worden, dienen te worden betaald. Als iemand aansprakelijk wordt gesteld, ontvangt deze persoon een schriftelijk bericht c.q. brief. Bij aansprakelijkheid voor bedrijfspensioenfonds stuurt het bedrijfspensioenfonds de persoon in kwestie een bericht. Hiertegen kan men in bezwaar maken en later in beroep gaan.

Heeft u vragen over de bestuurdersaansprakelijkheid? Neem dan contact op met ons via 071 888 5905 of mail naar info@wesseljuristen.nl.

Laat je VSO + transitievergoeding gratis controleren & berekenen.
Gratis VSO Controleren?