Actio Pauliana
query_builder Leestijd 4 min
De actio pauliana is de bevoegdheid om door een schuldenaar verrichtte rechtshandelingen die diens schuldeisers benadelen te vernietigen. De actio pauliana beschermt dus het verhaalsrecht van schuldeisers.
In principe mag een schuldenaar vrij over zijn vermogen beschikken, maar hij mag deze vrijheid niet misbruiken om het vermogen ten nadele van zijn schuldeisers te verzwakken. Als hij dat wel doet is er sprake van paulinaeus handelen en kunnen de schuldeisers zich beroepen op de actio pauliana. De actio pauliana gaat vaak over een rechtshandeling zoals de overdracht of bezwaring van een zaak, de vestiging van een pandrecht of de vestiging van een recht van hypotheek.
Buiten faillissement
Als de schuldenaar niet failliet is of in de wettelijke schuldsanering zit, kunnen de schuldeisers een beroep doen op de actio pauliana uit het Burgerlijk Wetboek.
In principe kan elke schuldeiser met een voldoende belang een beroep doen op de actio pauliana als er aan drie voorwaarden is voldaan:
- Het moet gaan om een onverplichte rechtshandeling;
- De schuldenaar wist of behoorde te weten dat deze handeling benadelend zou kunnen zijn;
- De benadeling heeft daadwerkelijk plaatsgevonden.
Is aan deze vereisten voldaan, dan is de rechtshandeling vernietigbaar. Deze vernietigingsgrond kan worden ingeroepen door elke schuldeiser die door de handeling is benadeeld. Het maakt daarbij niet uit of de vordering van de schuldeiser voor of na de rechtshandeling is ontstaan.
De faillissementspauliana
Wanneer er sprake is van faillissement van de schuldenaar, kan alleen de curator een beroep doen op de actio pauliana. We noemen dit de faillissementspauliana en deze staat opgenomen in de Faillissementswet. De curator oefent deze bevoegdheid dan uit ten behoeve van de boedel en kan een rechtshandeling buitengerechtelijk vernietigen. Het moet gaan om een rechtshandeling die voor de faillietverklaring onverplicht is verricht en waarvan de schuldenaar bij het verrichten wist (of behoorde te weten) dat schuldeisers benadeeld zouden worden. Deze faillissementspauliana kan leiden tot bestuurdersaansprakelijkheid.
Wat moet de curator bewijzen?
Als de rechtshandeling is verricht binnen een jaar voor de faillietverklaring en de schuldenaar de handeling niet al voor die tijd afgesproken had, dan wordt vermoed (en hoeft de curator niets te bewijzen) dat niet alleen de schuldenaar maar ook de schuldeiser wist (of behoorde te weten) dat de rechtshandeling overige schuldeisers zou benadelen. De curator kan hiermee deze rechtshandelingen gemakkelijk zonder bewijsproblematiek vernietigen. Deze (wets)bepaling ziet toe op rechtshandelingen die verricht zijn met bijvoorbeeld de echtgenoot van de schuldenaar of met de bestuurder van een rechtspersoon met schulden.
Bij onverplichte rechtshandelingen die om niet (zonder tegenprestatie) zijn verricht, wordt vermoed dat de schuldenaar wist of behoorde te weten dat deze tot een benadeling van zijn schuldeisers zouden leiden. Dit geldt als de handeling binnen een jaar voor de faillietverklaring is verricht. Het is in dit geval aan de schuldenaar om te bewijzen dat dit niet zo was.
Verplichte rechtshandelingen
Ook bij een verplichte rechtshandeling kan de faillissementspauliana van betekenis zijn. Als de schuldenaar een opeisbare schuld voldoet, kan de curator toch een beroep op de faillissementspauliana doen als:
- de curator aantoont dat de rechtspersoon (een bv, nv) die de betaling heeft ontvangen, wist dat het faillissement van de schuldenaar al was aangevraagd.
Of:
- de curator aantoont dat de betaling het gevolg was van overleg tussen de schuldenaar en de schuldeiser en bedoeld was om deze schuldeiser voorrang te geven boven de overige schuldeisers.
Meer weten over de actio pauliana? Neem gerust contact met ons op via 071 888 5905 of mail naar info@wesseljuristen.nl