Fictieve opzegtermijn
query_builder Leestijd 2 min
Een fictieve opzegtermijn is de termijn waar het UWV rekening mee houdt bij het bepalen van de ingangsdatum van een WW-uitkering. Het is van toepassing als de werkgever en de werknemer met wederzijds goedvinden besluiten de arbeidsovereenkomst te beëindigen. De overeenkomst wordt in dat geval niet opgezegd, en er geldt dus ook geen opzegtermijn. Wil de werknemer in aanmerking komen voor een WW-uitkering, dan hanteert het UWV toch een opzegtermijn: de fictieve opzegtermijn.
Gelijk aan wettelijke opzegtermijn
Voor de fictieve opzegtermijn kijkt het UWV naar de opzegtermijn die de werkgever in acht had moeten nemen als hij (eenzijdig) de arbeidsovereenkomst had willen opzeggen. Was er in de arbeidsovereenkomst of cao (collectieve arbeidsovereenkomst) een afwijkende opzegtermijn afgesproken, dan houdt het UWV daaraan vast. Was dat niet het geval, dan hanteert het UWV de wettelijke opzegtermijn. Als de werkgever en de werknemer besluiten de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden per de eerstvolgende werkweek te beëindigen, komt de werknemer pas na de fictieve opzegtermijn in aanmerking voor een WW-uitkering.
Voorbeeld
Stel: Jeroen komt op 21 september met zijn werkgever overeen dat hij op 1 oktober uit dienst gaat. Er geldt een fictieve opzegtermijn van één maand. Als Jeroen een WW-uitkering aanvraagt, dan zal het UWV melden dat Jeroen de WW-uitkering krijgt vanaf 1 november. Het was dus verstandiger geweest als Jeroen met zijn werkgever had afgesproken dat hij pas op 1 november uit dienst zou gaan. Dan zou hij direct een WW-uitkeringgekregen hebben. Nu moet Jeroen een maand wachten.
Heb je vragen ?
Neem gerust contact op met onze arbeidsrechtspecialisten via ons telefoonnummer 071 888 5905 of via e-mail info@wesseljuristen.nl.